De VVD fractie heeft kennis genomen van de recente storing van de Zeelandbrug, de toekomstvisie Midden- Zeelandroute en de daarbij bijgevoegde bijlage. Hierin ziet de VVD aanleiding om aan Gedeputeerde Staten de volgende vragen te stellen:
Inleiding:
Zowel in het rapport van BRS adviseurs en Goudappel als ook in het Beheerplan Natte Infrastructuur 2022-2026 van de Provincie staat beschreven dat de technische levensduur van de Zeelandbrug nadert. In het coalitieakkoord staat daarover: “Bij de kunstwerken (bruggen en viaducten) springt de Zeelandbrug het meest in het oog. Met extra investeringen in onderhoud en mogelijk aanvullende maatregelen kan die hooguit nog zo’n vijftien jaar gebruikt worden. Een oplossing op langere termijn vraagt investeringen die te groot zijn voor Zeeland: daarvoor gaan we in overleg met het Rijk. Daarnaast ontwikkelen we een visie op de (gewenste) functie van de Zeelandbrug en de gehele Midden-Zeelandroute in het Zeeuwse wegennetwerk: investeringen in infrastructuur leiden immers ook tot ruimtelijke ontwikkelingen.
” In het PZC-artikel d.d. 19 april 202,(zie bijlage)wordt daarover vermeld “over krap 15 jaar is [vanaf 2022 -red] de Zeelandbrug versleten”. En: “Het fundament is nog steeds uitstekend, aldus Van der Maas, maar dat geldt niet voor de pijlers en de basculebrug. Die zijn niet toekomstbestendig.” Verder: “De gedeputeerde geeft aan dat hij minister Harbers […] heeft gemeld ‘dat er iets groots op ons af zit te komen’. Dit overstijgt het Zeeuwse verhaal.” En tenslotte: “De vervanging van de Zeelandbrug kan niet los worden gezien van de aanpak van de Deltaweg […].
” In een artikel op de website van Omroep Zeeland d.d. 21 juni 2023 Provincie draait zelf op voor vernieuwing of vervanging Zeelandbrug: 'We blijven op de deur bonzen'- Omroep Zeeland (zie bijlage) staat: “Het Rijk gaat niet meebetalen aan een vernieuwing of vervanging van de Zeelandbrug. Dat heeft minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat via een brief aan de Tweede Kamer laten weten. Als reden geeft de minister dat de brug van de provincie is. Wel wil hij meedenken over de toekomst van de brug.” Gedeputeerde Van der Maas – in de context van het belang van de Midden-Zeelandroute – in reactie daarop in hetzelfde artikel: "In 1965 zagen we het als een verbinding en regionale route en het is nu veel meer een nationale verkeersader geworden. En dan zou je de vraag kunnen stellen: is het dan logisch dat het een provinciale weg blijft of zou het misschien ook wel een rijksweg moeten zijn", aldus Van der Maas. En dat vraagstuk wil hij graag met de minister bespreken. "Om toch eens te kijken waar we elkaar kunnen helpen. Als we dit varkentje financieel gezien alleen moeten wassen, zie ik het somber in." En daarom blijft Van der Maas op de deur bonzen in Den Haag”.
Vragen:
1) Wat is de actuele visie van GS op de technische staat en levensduur van de hieronder genoemde samenstellende delen van de Zeelandbrug? Wanneer moeten er voor ieder van die delen echt maatregelen zijn genomen? Waar zit de zwakste schakel van de brug? Wat levert het beheersysteem iASSET, BIM, big data, digital twins en ‘Proeftuin Zeelandbrug’ aan gegevens voor ‘predictive maintenance’ ons in dit kader aan informatie?
a) Het fundament;
b) De peilers;
c) De dwarsliggende brugdelen;
d) De basculebrug
e) De technische installatie van de val/klep en de brug?
2) Wat betekent deze per samenstellende deelsoort gedifferentieerde
kwaliteit/resterende levensduuranalyse van de brug voor het verdere proces
m.b.t. de Zeelandbrug zelf en voor de in het als bijlage gevoegde rapport en de
daarin benoemde scenario’s voor de Deltaweg/MZR? Met name met betrekking
tot de in het PZC-artikel namens GS geduide verknochtheid van de Zeelandbrug
en Deltaweg/Midden-Zeeland route met Rijksbelang? Passen deze processen
(tijdsdruk Zeelandbrug en Deltaweg/MCR) qua besluitvormings- en
doorlooptijden nog wel in elkaar?
3) Hoe gaat volgens GS het proces naar besluitvorming er voor de oplossing van de technische staat van de Zeelandbrug uitzien? Zowel met betrekking tot de eindoplossing als wel eventuele tussentijdse maatregelen?
4) Wat is de actuele stand van het overleg met het Ministerie van I&W over de naderende technische levensduur van de Zeelandbrug en een oplossingsrichting voor de Zeelandbrug?
5) Welk resultaat mag PS wanneer verwachten?