Bijdrage Rekenkamerrapport

Voorzitter,

De VVD is de Rekenkamer dankbaar voor het onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van de subsidieverstrekking van de provincie. Het subsidiebeleid van de Provincie Zeeland steekt goed en solide in elkaar en dat is goed om te vernemen. Dank daarvoor aan Gedeputeerde Staten. De aanbevelingen van de Rekenkamer doen er toe en met tevredenheid stelt de VVD vast dat Gedeputeerde Staten de meeste aanbevelingen omarmt. De juiste reactie, wat de VVD betreft.

De VVD onderschrijft de strekking van de aanbeveling om als Provinciale Staten in relatie tot de P&C cyclus pro-actiever te zijn bij het uitvragen van informatie aan Gedeputeerde Staten over de effecten van het beleidsinstrument subsidies op het provinciale doelbereik. Laten we het vooral dóen, als de individuele Statenleden die wij zijn. Echter, het corresponderende punt uit het dictum roept ons als Provinciale Staten – als orgaan - op tot een actie, die feitelijk gaat over houding en gedrag van onszelf. De vorm om dit vast te leggen als ‘besluit van Provinciale Staten, opleggend aan Provinciale Staten’ vindt de VVD niet passend. Laten we als individuele Statenleden geen formele opdracht aan onszelf geven.

De VVD dient daarom een amendement in ten aanzien van punt #6 van het dictum, namelijk door dit punt te schrappen, waarbij de volgorde van de punten wijzigt. Voorzitter, zou u het amendement deel willen maken van de beraadslaging? Vanwege het ‘schrappen’ is er geen vervangend dictum te lezen op dit punt.

Ten aanzien van de aanbeveling van de Rekenkamer te overwegen om de externe accountant, via de auditcommissie en/of Gedeputeerde Staten periodiek aanvullend onderzoek te laten verrichten naar de inzet en effectiviteit van (specifieke) subsidies en subsidieregelingen overweegt de VVD het volgende. De VVD constateert dat de Rekenkamer en Gedeputeerde Staten het ten aanzien van dit punt over een aantal zaken eens zijn maar niet over alle. Deels op basis van verschil van inzicht en deels op basis van hoe de het gesprek en de terugkoppeling door de accountant aan de Voorzitter van de Rekenkamer respectievelijk aan Gedeputeerde Staten zijn beleefd. In de Commissie Bestuur is hier over doorgesproken.

Voor de VVD is na de bestuurlijke reactie, het nawoord van de Rekenkamer én de discussie in de Commissie Bestuur nog teveel onduidelijkheid overgebleven om nu al met punt #7 van het dictum in te kunnen stemmen.

De VVD is vooral geïnteresseerd naar de verschillende mogelijkheden om (aanvullend) onderzoek te laten verrichten naar de inzet en effectiviteit (doelmatigheid en doeltreffendheid) van (specifieke) subsidies en subsidieregelingen van de Provincie die ten dienste staan. Over de strekking, de beperkingen die ieder instrument met zich meebrengt, door wie dat wordt onderzocht en door wie geïnitieerd, of er afhankelijkheden zijn, wat het Provinciale Staten aan informatie oplevert, hoe dat wordt gepresenteerd én wat het kost. Pas na nader advies door de Auditcommissie hierover, die daartoe in overleg treedt met de accountant, kan PS naar het oordeel van de VVD een afgewogen besluit over punt #7 van het dictum nemen. Het is daarom dat de VVD- met het oog op het maken van een tussenstap - óók een amendement indient op punt #7 van het dictum.

Voorzitter, zou u het amendement deel willen maken van de beraadslaging en het nieuwe, voorgestelde deel #6 van het dictum voor willen lezen?