Brief wensen en bedenkingen gebiedsprogramma 1.0

Bijdrage Statenvergadering 17 november brief wensen en bedenkingen gebiedsprogramma 1.0

Voorzitter,

Hoe ziet de toekomst van onze plattelandsprovincie eruit? Hoe ziet het leven er in Zeeland straks in 2035 of 2050 uit? Hoe bieden we ruimte aan de verschillende economische sectoren, aan onze inwoners en bezoekers om hun leven of bedrijf zelf in te richten en eigen keuzes te maken?

Uiteindelijk gaat het gebiedsprogramma over de toekomst van Zeeland. Hoe gaan we de komende decennia ervoor zorgen dat stikstof gereduceerd wordt en we klimaatdoelen halen? Dat er natuurherstel plaatsvindt en we over voldoende en schoon (drink) water beschikken. Zodat Zeeland nog steeds de mooiste provincie is om in te wonen, te ondernemen en te recreëren. Het gebiedsprogramma 1.0 biedt een eerste samenhangende inkijk in hoe we met de geschetste vraagstukken willen omgaan. Wat er nodig is om doelen te halen. Er is een goede stap gezet sinds de 0.5 versie die we in maart van dit jaar bespraken.
We praten en praten en steeds volgt er nieuwe informatie. Een nieuw puzzelstukje in een puzzel waarvan we het aantal puzzelstukjes niet altijd lijken te kennen. ‘Koersen in de mist” heb ik het wel eens eerder genoemd. Het doet ons af en toe een diepe zucht slaken. Want sinds het begin zien we de onzekerheid en vragen in de ogen van onze inwoners, veelal ondernemers. Ondernemers in familiebedrijven die willen weten hoe de toekomst van hun bedrijf eruit ziet. Die duidelijkheid verlangen zodat ze keuzes kunnen maken. Inwoners, ondernemers, overheden die geconfronteerd worden met de gevolgen van berekeningen in het AERIUS model. Wat bepalend is of hun woning, hun bedrijf gebouwd kan worden, uitgebreid of verduurzaamd kan worden. De vergunningverlening stroopt en er lijkt steeds minder mogelijk. Daardoor wordt het moeilijk om te investeren in de toekomst. We zouden zo graag die duidelijkheid willen bieden, de toekomst kunnen inkleuren.

Maar we weten dat het stap voor stap moet. Met steeds nieuwe puzzelstukjes op tafel. Nieuwe informatie door ontwikkelingen soms positief, soms negatief. Maatregelen zullen verder uitgewerkt worden en beoordelingen van externe partijen zullen we moeten wegen. Voor Zeeland, met Zeeland en in Zeeland. Voor onze toekomst, met alle sectoren die een bijdrage leveren. Samen met onze inwoners, met ondernemers, met medeoverheden. Laten we ook oog hebben voor wat we als overheid kunnen doen om sectoren te helpen hun bijdrage te laten leveren. Niet alleen een vragende overheid maar ook een biedende. Wat hebben zij van ons nodig en wat wij van hen.
Voorzitter, ik zou nu opnieuw een hele rij zaken kunnen opnoemen die we van het Rijk verwachten. U kent ze wel, die gaan over scheepvaart, industrie, de PAS melders, de meetcorrectie en de buitenlandaanpak. Maar laat ik niet in herhaling vallen.
Voor nu ligt er een omvangrijke lijst wensen en bedenkingen van deze Staten. Een evenwichtig geheel waar wij er wel een aantal van willen aanstippen en één vraag over willen stellen aan Gedeputeerde Staten.
Kan Gedeputeerde Staten ons over maximaal 6 maanden informeren over de wijze waarop zij uitvoering geven aan de wensen en bedenkingen die wij vandaag vaststellen?

Ten aanzien van de wensen en bedenkingen staan wij stil bij de overgangsgebieden. Wij willen ze niet ingetekend terugvinden op de kaart en vragen uw nadrukkelijke aandacht voor het effect van maatregelen op huidige gebruiksfuncties.
Ten tweede willen we tussen nu en de vaststelling van het gebiedsprogramma graag nogmaals de gelegenheid hebben als Provinciale Staten om onze wensen en bedenkingen kenbaar te maken.
Ten derde de positie van het Deltaplan zoet water in het gebiedsprogramma. Het moet er wat ons betreft integraal onderdeel van worden met extra aandacht voor in ieder geval Schouwen-Duiveland waar de nood het hoogst is.
Tot slot, Het gaat over de toekomst van Zeeland. Met alle documenten, structurerende keuzes en maatregelen pakketten mogen we niet uit het oog verliezen dat het gaat over het leven van mensen in Zeeland. Laat ons in een volgende versie ook nadrukkelijk stilstaan bij de vraag welke effecten alle mogelijke maatregelen en ontwikkelingen hebben op de leefbaarheid van ons platteland en het leven van mensen op het platteland.