Bijdrage Veerse Meer visie 2020-2030 8 oktober 2021

Voorzitter. In 2019 hebben wij samen met de netwerkpartners een start gemaakt om tot een nieuwe Veerse Meer visie te komen. Na fase 1 (richtinggevend) ligt nu fase 2 (kader stellend) voor. Er waren en zijn zorgen over de kwaliteit van de natuur, met name zorgen over de afnemende kwaliteit van het water. Ook plannen voor nieuwe recreatieve bebouwing vroegen en vragen om een nadere overweging. Wat is wel en wat niet gewenst. Het is goed dat na alle ontwikkelingen in het gebied alles weer eens breed is beschouwd en dat alles weer eens opnieuw is opgeschreven.

Geen Nieuwe beperkingen

De visie is via netwerksturing tot stand gekomen en dat is niet meegevallen. De communicatie is ernstig belemmerd geweest door de coronamaatregelen die sinds maart 2020 hun stempel op al het bestuurlijk werk hebben gedrukt. De notitie Overleg en Participatie heeft ons enig inzicht gegeven in de contactmomenten die er desondanks met alle participanten zijn geweest. Is alles vlekkeloos verlopen? Volgens sommige insprekers niet. Met name bij de grondeigenaren en sommige landbouwers is er sprake van  teleurstelling over het proces. Voor ons is de vraag van belang of de vermeende tekortkomingen in het proces gevolgen hebben gehad voor het uiteindelijke resultaat. Met andere woorden, worden grondeigenaren en landbouwers door de nieuwe visie geschaad.

Het antwoord hebben wij van GS gekregen en teruggevonden in de juridische check van de  ingeschakelde advocaat. Zijn conclusie is dat de visie niet leidt  tot nieuwe beperkingen, niet voor de agrarische sector en ook niet voor de recreatiesector.

 

Alle belangen betrekken

De visie is gemaakt vanuit de behoefte om de komende 10 jaar de goede dingen te doen voor dit gebied en daarbij alle belangen te betrekken, zoals recreatie, landbouw en natuur. Maar onderdeel van de visie is ook pagina 65 met een lijst van projecten en initiatieven in en rond het Veerse Meer. Het overgangsrecht met de zogenaamde pijplijnprojecten. Net als bij de Kustvisie wordt duidelijk gemaakt welke projecten  wel onder het overgangsrecht vallen en welke niet. Die laatste categorie wordt dan getoetst aan de nieuwe gebiedsvisie.

 

Zuidvlietpolder

 Voorzitter, ik kan niet heen om één project dat prominent onderwerp van gesprek is geweest, het plan voor de buitendijkse zone van de Zuidvlietpolder. De initiatiefnemer is hiermee 8 jaar bezig.  Ik kreeg een deja vu van de discussie over het overgangsrecht van de Kustvisie, in het bijzonder waar het ging om de status van het project Zeeuwse Lagune. Bij dat laatste project was de provincie ook niet als eerste aan zet, maar de gemeente waarin het project zou moeten worden gerealiseerd.  GS schrijven dat tot op heden door de betrokken gemeente voor het plan Zuidvlietpolder geen bestemmingsplan aan hen is voorgelegd. Ook lezen we dat de buitendijkse zone van de Zuidvlietpolder valt onder de bescherming van de Wet Natuurbescherming én van het Natuurnetwerk Zeeland. In de provinciale omgevingsverordening en in een gemeentelijk bestemmingsplan zou dit gebied begrensd zijn als bestaande natuur. Wij begrijpen de grote teleurstelling van de betrokken ondernemer, maar wij vragen ons tevens af hoe zich zo iets al die jaren kan voortslepen. De huidige beperkingen vanuit de natuur waren toch al die jaren bekend.

De betrokken ondernemer vraagt ons om een uitzondering te maken en ons bereiken ook signalen vanuit de gemeenteland dat men dat daar ook wil. Zoals GS de juridische situatie schetsen ziet de VVD fractie vooralsnog niet direct een opening hiertoe en wij vragen ons af of zo’n besluit uitvoerbaar is en  zo ja langs welke procedure. 

 

Habitatrichtlijnen

Voorzitter. De VVD fractie wil nog even terugkomen op het onderzoeken van de mogelijkheid om het Veerse Meer gebied onder de Habitatrichtlijn te krijgen. Wij hebben sinds het effectief worden van de Habitatrichtlijn in Nederland genoeg jurisprudentie verzameld om te weten dat je hiermee de problemen opzoekt. Niet alleen het gebied valt dan onder de richtlijn, maar ook zal er sprake zijn van externe werking. En dat raakt de omliggende landbouwbedrijven en recreatiebedrijven.  Tenslotte wordt er extra natuurbescherming nagestreefd en dat kan kennelijk alleen met extra beperkingen, nog los van de vraag of dat de oplossing is van het probleem.  Ook het aspect stikstof krijgt met een eventuele nieuwe status een andere betekenis in de zin van toenemende problematiek om een passende beoordeling rond te krijgen. Omdat ook de consequenties van een dergelijke stap voor alle betrokken functies en sectoren in het onderzoek worden meegenomen zal de VVD fractie zich niet verder verzetten tegen een dergelijk onderzoek. Maar waakzaamheid is geboden.

 

Gebiedsontsluiting

Tenslotte nog een enkel woord over de gebiedsontsluiting. Wij ontvingen een e-mail van het bureau dat betrokken is bij de Gebiedsontsluitingsvisie Veerse Meer Zuid. In november zal naar verwachting het Adviesrapport openbaar worden. We hebben al eerder vastgesteld dat de urgentie om hier stappen vooruit te zetten groot is. Niemand heeft iets aan een moeilijk bereikbaar mooi gebied en ook naar de vaste bewoners van het Veerse Meer gebied in ruime zin toe hebben we als overheden verplichtingen waar het gaat om de leefbaarheid van hun woongebied.

Voorzitter. De VVD fractie wacht graag de reactie van GS op onze vragen af.