Een sterk Zeeland vraagt om keuzes die standhouden. Keuzes die natuur en biodiversiteit beschermen, maar óók perspectief bieden aan boeren en ondernemers. Tijdens de Statenvergadering van 12 december sprak VVD-fractievoorzitter Daniëlle de Clerck zich uit over het Statenvoorstel Natuurherstel en aanpak stikstofreductie, en over de voorwaarden waaronder dit plan kan slagen.
Daniëlle herinnert eraan dat Provinciale Staten al op 17 november 2023 uitgebreid spraken over het gebiedsprogramma 1.0 en hun wensen en bedenkingen meegegeven hebben voor de verdere uitwerking. Volgens haar is de kern sindsdien onveranderd gebleven: “Namelijk het doel om enerzijds de natuur en biodiversiteit te behouden en te versterken en anderzijds een volhoudbare landbouw en een leefbaar Zeeland.” Die balans is volgens de VVD cruciaal. In het coalitieakkoord is daarom vastgelegd dat de aanpak van het landelijk gebied integraal moet zijn, niet vanachter de tekentafel, maar juist “vanuit de keukentafel”.
Zorgen over verplichte maatregelen
Als opvolger van het gebiedsprogramma ligt nu het stikstofplan voor, opgebouwd uit tien maatregelenpakketten. In de commissiebehandeling is uitgebreid gesproken over de uitvoering en de voorgestelde maatregelen. Daarbij had de VVD duidelijke zorgen. Daniëlle legt uit dat er in eerste instantie maatregelen werden voorgesteld met een verplichtend karakter, onder meer rond latente ruimte en slapende vergunningen. “Dat was tegen het zere been,” stelt zij, “omdat Provinciale Staten in haar wensen en bedenkingen eerder vrijwilligheid als uitgangspunt hebben opgenomen.” Daarbij wijst zij erop dat Provinciale Staten op 17 november 2023 ook in meerderheid tegen een amendement van D66 over slapende vergunningen hebben gestemd.
Tevreden over aangepast voorstel
Daniëlle: “De VVD is daarom tevreden dat Gedeputeerde Staten met een gewijzigd voorstel zijn gekomen. In een brief van 3 december geven GS aan dat de maatregelenpakketten moeten worden gezien als een uitwerking op hoofdlijnen, die de komende periode samen met ondernemers en andere betrokken partijen verder vorm krijgt.” In die brief benadrukken GS dat het plan niet in beton gegoten is. Maatregelen kunnen worden aangepast, aangevuld of verfijnd op basis van gesprekken, pilots, technische en financiële haalbaarheid en draagvlak.
Heldere rol voor Provinciale Staten nodig
Die toelichting roept volgens Daniëlle wel een belangrijke vraag op: “Wie stelt uiteindelijk de maatregelenpakketten vast en welke rol heeft Provinciale Staten bij de verdere uitwerking en besluitvorming?” Voor de VVD is het essentieel dat Provinciale Staten zichtbaar en inhoudelijk betrokken blijven bij vervolgstappen. Alleen zo blijft het stikstofbeleid democratisch gelegitimeerd en gedragen door Zeeland.
Met haar bijdrage onderstreept Daniëlle dat de VVD staat voor een realistische, zorgvuldige en vrijwillige aanpak, waarin natuurherstel hand in hand gaat met toekomstperspectief voor ondernemers en inwoners van Zeeland.